Geboren in Parijs (Asnières) 18-8-1928, overleden te Den Haag 13 september 2010.

Odette maakte vooral blije kunst: humorvol en met een geraffineerde vertelkunst. Over motieven en gedragingen van de mens, hun deugden en ondeugden als dankbare onderwerpen. Kunst die een grijns ontlokt: zoals voor haar spiegel van onze ijdelheid, of voor de rake voorstellingen van Venetië. Maar altijd de verwondering hoe de vreemdste materialen in nooit vermoede samenhang fantasievolle verhalen vertellen.
Telkens nieuwe vondsten, gevarieerde technieken, weer iets anders proberen. Odette leefde en werkte in voortdurende renaissance en excelleerde door haar loepzuivere kijk op onze samenleving. Zij leert ons om te kijken hoe mooi de wereld is. Beeldende parels die geen toelichting nodig hebben.
Odette’s kunstzinnige nieuwsgierigheid vond voedingsbodem binnen haar familie, waar haute couture werd bedreven en zeer delicate parfums ontwikkeld. Haar vader was werktuigkundig ingenieur, die Odette als ‘plaatsvervangende zoon’ onderwees in techniek en mechanica. De oorlogsjaren waren hard, maar verschafte haar doorzettingsvermogen en de gave om met minimale middelen maximale expressie te bereiken. Op de gereputeerde Academie des Beaux Arts te Parijs kregen haar artistieke instincten meer handvat en richting. Andere opleidingen volgden, die haar vakmanschap verder kneedden, zodat ze in verscheidene technieken uiting kon geven aan haar creatieve aspiraties.
Later had ze succes met dessins voor vlakdrukstoffen voor een Geldropse textielfabriek, ze ontwierp patronen voor machinaal gebreide kledingstukken en realiseerde enkele glas-in-loodprojecten. In vaste dienst gaf zij kleur- en meubilairadviezen voor tehuizen en instellingen.
De kunstzinnige productie bleef vooralsnog beperkt tot reisimpressies in tekening, pastel en gouache. Het heilige vuur van haar beeldend vermogen bleef, tegen wil en dank, sluimeren als een spaarvlam.
Odette trok rond haar vijftigste via Voorburg naar Den Haag met een duidelijke missie, gericht op een artistieke carrière. Vol overgave stortte ze zich op de creatie van sieraden, modeaccessoires en kleding, maakte ook potloodtekeningen, assemblages en tenslotte de fameuze ‘kijkkasten’.
In onstuitbare productiviteit, als moesten verloren jaren ingehaald worden, ontstonden de verbazingwekkendste en fantasievolste stukjes twee- en driedimensionale poëzie. Haar werk leek te profiteren van de jarenlange artistieke ingetogenheid. Ze ontwikkelt een eigen taal, gevoed door gebruik van de beeldende kracht van zwerfvuil en afval. Vaak een verhaal met een boodschap, gelardeerd met metaforen.
Met het succes van kleine exposities groeide ook haar zelfvertrouwen. Er komt geleidelijk meer rust in haar werk. Boeiende thema’s zoals Venetië en Madonna’s worden iets langer vastgehouden, zodat series ontstaan, waarmee verdere verdieping van het onderwerp mogelijk is. Thematische tentoonstellingen komen dan binnen bereik en dan sluit kunstkritisch en -minnend Den Haag Odette Saulnier liefdevol in de armen; zij wordt lid van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag, de eeuwenoude kunstenaarsvereniging met toonaangevend kwaliteitniveau. De erkenning was een feit.
Michel van den Molengraft